22 oktober 2010 – VN secretaris-generaal Ban Ki-moon: dramatische stijging van de doodstraf voor politieke gevangenen

In een vorige week in New York verschenen rapport heeft VN secretaris-generaal Ban Ki-moon opnieuw zijn diepe bezorgdheid uitgesproken over de voortdurende schendingen van de mensenrechten in Iran. In zijn jaarverslag over de mensenrechtensituatie in Iran bekritiseert de VN secretaris-generaal het toenemende gebruik van marteling en doodstraf, de discriminerende behandeling van vrouwen en de herhaalde schending van grondwettelijke rechten zoals het recht van vergadering en vrijheid van godsdienst. Het rapport uit ook kritiek op het feit dat in Iran de rechten van religieuze en etnische minderheden niet worden beschermd.

Bijzonder zorgwekkend is “de dramatische toename van het gebruik van de doodstraf, ook voor politieke gevangenen en minderjarige daders.” Het rapport wijst erop dat ten minste 25 mensen, voornamelijk politieke gevangenen, gevaar lopen om geëxecuteerd te worden wegens zogenaamde “staatsvijandige activiteiten”.

Bovendien wordt het rapport “het buitensporige gebruik van geweld, willekeurige arrestaties en detenties, oneerlijke processen en marteling en mishandeling van dissidenten in verband met de verkiezingsrellen van 2009” gehekeldOver de discriminatie van religieuze minderheden staat er o.a.: “Leden van niet-erkende godsdiensten, met name de Baha’i, die de grootste niet-islamitische minderheid in het land vormen, worden blootgesteld aan discriminatie en intimidatie, waaronder het weigeren van werk, sociale dienstverlening en de toegang tot het hoger onderwijs … leden van de Baha’i-gemeenschap werden willekeurig gearresteerd, hun bezittingen werden in beslag genomen of vernietigd.”

In het rapport bekritiseert de VN secretaris-generaal ook dat het regime in Teheran sinds 2005 ondanks herhaalde verzoeken geen bezoek heeft toegestaan van speciale VN-rapporteurs over de mensenrechten in Iran.

249.150910_UN-Bericht_Iran_EN

 

Attachments