Eerste Verklaring van de Mensenrechten door Cyrus de Grote
Geschreven in spijkerschrift op een kleicilinder, in 1879 ontdekt en nu tentoongesteld in het British Museum
Cyrus de Grote (585-529 voor Christus), de Perzische keizer, legde de Eerste Verklaring van de Mensenrechten vast op deze cilinder. Cyrus wordt meer bewonderd als bevrijder dan als overwinnaar van zijn enorme rijk wegens zijn respect voor de mensenrechten en de humane behandeling van degenen die hij regeerde. Hij wordt “gezalfd” in de Bijbel (Jes.45: 4) als bevrijder van Gods volk (Jes.45: 15) en de uitverkorene (Jes.48 :14-15). Professor Richard Frye van de Harvard Universiteit zei: “Waarlijk, het concept van één wereld, het samensmelten van volkeren en culturen in een eenheid was een van zijn belangrijkste erfenissen”. De volgende tekst van deze oude cilinder is een weergave van de geest van zijn missie in het hedendaagse Nederlands:
- Ik verklaar dat ik de tradities, gewoonten en religie van de volkeren van mijn rijk zal respecteren en dat ik nooit zal toestaan dat een van mijn gouverneurs neerziet op de inwoners van mijn naties of hen beledigt.
- Ik schaf hierbij de slavernij af; mijn gouverneurs hebben de opdracht om binnen hun bestuursdomein het uitwisselen van mannen en vrouwen als slaven te verbieden. Zo’n traditie moet wereldwijd worden uitgeroeid.
- Als iemand anderen onderdrukt, mocht dat gebeuren, dan zal ik zal zijn of haar rechten herstellen en de onderdrukkers bestraffen.
- Heden verklaar ik de vrijheid van godsdienst. Ieder is vrij om een religie te kiezen, in alle regio’s te wonen en elke baan aan te nemen op voorwaarde dat nooit de rechten van een ander geschonden worden.
Deze proclamatie klinkt vandaag de dag net zo juist als in 538 voor Christus.